In juli 1914 vestigt Hendrik Wieringa zich als bakker in Wildervank. Hij neemt samen met zijn echtgenote Grietje Munneke de broodbakkerij en winkel over van zwager Hendrik Boer. Negentien jaar later ontwikkelt Hendrik een geheel nieuw soort cracker, een variant op de typisch Groningse hardbroden, in die tijd geliefde kost voor landarbeiders en zeelieden. 

Het nieuwe product krijgt de naam Wieringa’s Knappertjes. Vanaf 1933 bouwt Hendrik Wieringa met zijn Knappertjes een reputatie op in de directe omgeving, maar ook ver daarbuiten. Vier van zijn zoons, Harm-Jan, Edo, Roelf en Jaap, leggen zich één dag in de week toe op het venten van de Knappertjes. In de bakfietsen, waarmee ze langs klanten en winkels gaan, bevinden zich houten kisten met daarin de losse Knappertjes, die zodoende per stuk worden verkocht. 

Twintig jaar later, aan het begin van de jaren ’50 van de vorige eeuw, zijn de Knappertjes zo succesvol dat de broers Edo en Jaap Wieringa zich volledig gaan toeleggen op de productie en verkoop. De Knappertjes worden afgezet via kruideniers in de wijde regio en in de rest van Nederland. Naast Knappertjes maakt de bakkerij op dat moment ook Groninger koek, kruidkoek en cake. 

Sinds 1983 is het bedrijf in handen van de derde generatie: Henk Wieringa, zoon van Jaap Wieringa en vernoemd naar zijn grootvader Hendrik Wieringa, de bedenker van het Knappertje. Henk neemt alle taken over; zowel het productieproces als de verkoop. Hij slaagt er in om een goede ontwikkeling door te maken met het bedrijf en de naamsbekendheid van het Knappertje te vergroten. Op dit moment worden jaarlijks ongeveer vijf miljoen Knappertjes geproduceerd. 

Recentelijk heeft het bedrijf twee jubileumjaren achter de rug. In 2008 bestond het Knappertje 75 jaar en in 2014 was het honderdjarig jubileum van het familiebedrijf. Op 20 mei 2016 reikte de commissaris van de Koning, René Paas namens de Koning het predicaat Hofleverancier uit aan het echtpaar Wieringa: 'de kroon op het werk'.